IBAL

Doelstellingen & Resultaten



IBAL

(Intensieve Begeleiding Alternerend Leren)


DOELSTELLINGEN:


De uiteindelijke doelstelling van IBAL is een doorstroom naar een Overeenkomst Alternerende Opleiding (OAO) binnen duaal leren of Leren en Werken of een tewerkstelling in het Normaal Economisch Circuit (NEC).

 

Om deze finale doelstelling te bereiken werken we in fases.

Een beschrijving van die fases komt in het volgende punt aan bod.

 

De meerwaarde van het volledige project is vooral te zoeken in de sterke 1 op 1 begeleiding en de effectieve ondersteuning die we in de eerste plaats t.a.v. de jongere kunnen bieden maar evenzo t.a.v. de werkgever.

Onze ondersteunende, bewakende en bemiddelende rol zorgt ervoor dat de slaagkansen van de jongere aanzienlijk verhogen. Ook voor het bedrijf is er een duidelijke meerwaarde door het feit dat het bedrijf op termijn een nieuwe goede werknemer in dienst heeft.


WERKWIJZE:


Fase 1: doorverwijzingsfase

 

De jongere wordt vanuit het CLW, Syntra, onderwijsverstrekker die Duaal Leren aanbied, … doorverwezen voor een IBAL begeleiding of wordt rechtstreeks vanuit de aanloopfase, in samenspraak met het centrum, doorverwezen naar IBAL.

In deze eerste fase gebeurt de screening van de jongere, wordt alle info verzameld, wordt er nagegaan of er arbeid remmende factoren aanwezig zijn, wordt er gepeild naar de verwachtingen van de jongere, wordt er gepeild naar de mate van arbeidsrijpheid van de jongere, ....

De beginsituatie is een samenstelling van de informatie verkregen van de school, de info verkregen vanuit het eerste gesprek met de jongere, ook kan er informatie doorgekregen worden van de ouders. Dit alles samen maakt een compleet verhaal, informatie genoeg voor de trajectbegeleider om door te gaan naar de volgende fase.

 

Fase2: fase van sollicitatie coaching

 

Tijdens die fase (persoonlijke bewustmakingsfase)is het de bedoeling om in de eerste plaats de jongere beter te leren kennen en hem/ haar te laten nadenken over zichzelf. Wie ben ik, welke opleidingen heb ik al doorlopen, wat doe ik graag, waar wil ik werken, welk soort werk mag het zijn, wat zijn mijn troeven en talenten, hoe ver mag de afstand zijn tot aan mijn werkplaats, wat verwacht ik van een werkgever, wat mag een werkgever van mij verwachten, ...

Het is een bewustmakingsfase die heel cruciaal is in het proces dat we samen met de jongere zullen afleggen (zie theorie Heimler). Hierbij blijven we ons focussen op het finale doel, een doorstroom naar een OAO/een tewerkstelling in het NEC. Tijdens die fase leren we de jongere werken met de website van de VDAB, advertenties doorzoeken, ... leren we hem/haar een telefoongesprek voeren, duiden we welke attitudes belangrijk zijn, duiden we het belang van "een eerste indruk", ... (technische fase)

We kijken samen wat hun persoonlijk netwerk hen kan bieden op vlak van tewerkstellingen, we kijken naar vorige tewerkstellingen, eventuele evaluaties vanuit vorige stages of vanuit praktijklessen school, …

 

Fase 3: het solliciteren zelf.

 

De jongere zoekt samen met de trajectbegeleider naar gepaste jobs. Gezamenlijk bereiden ze het contact met de werkgever voor, wordt het sollicitatiegesprek getraind, .... In die fase krijgt de jongere ook individuele opdrachten (kranten en websites doorzoeken, de eigen selectiecriteria uitschrijven ...). In een volgend coaching gesprek brengt de jongere dan verslag uit van zijn/ haar acties, worden de resultaten besproken, .... De eerste 3 fases worden gespreid over een periode van maximaal 4 maanden en moeten normaal gezien resulteren in een doorstroom naar werk. De opvolgingsgesprekken met de jongere gebeuren meestal wekelijks. Een strikte opvolging, ondersteuning, ... is hier noodzakelijk. De jongere moet echt het gevoel krijgen dat de weg naar de arbeidsmarkt samen afgelegd wordt. de coaching moet de jongere laten geloven in zichzelf, in het eigen kunnen, ...

 

fase 4: Doorstroom naar een tewerkstelling en de begeleiding op de werkvloer.

 

 Bij de opstart van de tewerkstelling verloopt de opvolging heel strikt. Dit via mail, facebook of een telefoontje naar de jongere. In de eerste weken van de tewerkstelling volgt er een begeleidingsgesprek samen met de werkgever en de jongere. De verdere opvolging gebeurt in hoofdzaak via gesprekken met de jongere. De werkgever wordt vooral telefonisch of via mail gecontacteerd. Indien alles goed verloopt is er ongeveer maandelijks een opvolgingsgesprek met de jongere en de werkgever. Hier worden de vorderingen, de verwachtingen, … besproken en de nodige bijsturingen gedaan. In geval van moeilijkheden, … gebeurt er uiteraard onmiddellijk een interventie. Op het einde van een IBAL traject  is er altijd een afsluitend evaluatiegesprek. Tussen de begeleidingsgesprekken door is er via sms, mail, ... verder regelmatig contact met de jongere. Doel van dit alles is dat de jongere weet/ voelt dat we aanwezig zijn, dat hij/ zij altijd beroep op ons kan doen, dat we hem/ haar ondersteunen in de tewerkstelling, dat we zullen helpen bij het oplossen van eventuele moeilijkheden, ...

Naast de individuele opvolging van de jongere is het verder van cruciaal belang dat de werkgever duidelijk weet dat hij/ zij ons altijd kan contacteren, dat we een ondersteunende functie hebben in het bewaken van een goede communicatie tussen de werkgever en jongere, dat we kunnen fungeren als bemiddelaar in geval van bepaalde problemen, ...

I.f.v. de efficiënte opvolging van de jongere is een goed contact met de tewerkstellingsverantwoordelijken van de onderwijsverstrekker cruciaal. Via persoonlijke en telefonische gesprekken, ook via mail, wordt er steeds contact gehouden met de begeleiders van de onderwijsverstrekkers.

In onze bemiddelende gesprekken tussen alle partijen (school, jongere, werkgever) hanteren we het principe ‘herstelgericht werken’. Deze manier van communiceren zorgt vaak voor een positieve uitkomst en zorgt voor zelfinzicht en inzicht in de andere. Vaak kunnen zo veel conflicten opgelost worden of uitgepraat worden.


RESULTATEN:


Schooljaar 2019-2020 (rekening houdende met corona-crisis)


70% stroomde door naar werk/stage of kon zijn/haar werk behouden

30% stroomde door naar NAFT, was NOB of schreef zich uit


Schooljaar 2020-2021


81% stroomde door naar werk of kon zijn/haar werk behouden

1 % heeft een neutrale doorstroom

18 % stroomde door naar NAFT, was NOB of schreef zich uit